Het reces zit er weer op en dus wil ik het gewone patroon van verslaglegging maar weer oppakken. Om te beginnen een korte terugblik over de afgelopen periode.

 

Wat mij betreft was er niet echt sprake van een zomerreces omdat ik deel uit maak van de onderzoekscommissie Oude Rijkswerf. U vindt de verschillende notulen apart op onze site. Er ligt een grote druk op de commissie omdat bij voorbaat door verschillende personen getwijfeld wordt aan de betrouwbaarheid ervan. Af en toe voel ik me overweldigd door de hoeveelheid informatie die beschikbaar is. De vraag is natuurlijk of al deze informatie relevant is voor de onderzoeksopdracht, maar dat weet je pas als je je er door heen geworsteld hebt. We hebben voorlopig nog wel even werk.

 

De afgelopen maanden hebben we als fractie van de ChristenUnie kennis gekregen van het mogelijk laakbaar handelen van een openbaar bestuurder. We hebben deze kennis gedeeld met de burgemeester als eerst verantwoordelijke. Ook anderen dragen kennis van dit handelen en één daarvan heeft gemeend dit openbaar te moeten maken via e-mail.  Binnen het gemeentehuis heerst de gedachte om de “boodschapper” aan te pakken in plaats van de boodschap op zijn mérites te beschouwen.

De “boodschapper” heeft (opnieuw) bericht gekregen dat hij moet stoppen met zijn e-mails op straffe van juridisch handelen.

 

Den Helder kent roerige politiek tijden en er lijkt wel geen einde aan te komen. Nu is er dan weer de commotie rondom een hoofdstuk over de geschiedenis van 200 jaar gemeentebestuur. De burgemeester kon zich hierin niet vinden en heeft geweigerd het voorwoord te schrijven en wilde ook niet de toegezegde 100 exemplaren afnemen.

 

De wethouder financiën was niet aanwezig bij de bespreking van de jaarrekening en zal dat, naar het zich laat aanzien,  ook niet zijn   bij de behandeling ervan tijdens de raadsvergadering. Ook dit levert de nodige commotie op.

 

Veel burgers uiten hun ontevredenheid over het Helderse gemeentebestuur. Mij houdt de vraag bezig of het Helderse gemeentebestuur nu significant anders functioneert dan andere gemeentebesturen. Een korte discussie op de log van Roel Prins leverde echter geen duidelijkheid hieromtrent. Er werd verwezen naar veel zaken die fout gingen of niet deugen in de ogen van burgers. Dat zie ik ook wel, maar dat geeft nog geen antwoord op mijn vraag of dit nu specifiek voor Den Helder is. Immers er zijn in het land nog nooit zoveel colleges en wethouders gesneefd als in deze periode. Zelf heb ik gemengde gevoelens voor wat betreft dit laatste jaar. Als we binnen de fractie ons bezig houden met onze uitgangspunten en wat we zouden willen voor de stad dan ben ik enthousiast en wil ik me daar voor inzetten. Geconfronteerd met de dagelijkse praktijk en de moeite om tot goed besturen te komen, vind ik het vreselijk moeilijk om dit enthousiasme vast te houden.

 

Daarbij heb ik mezelf nogal wat moeite op de hals gehaald door  uiteindelijk aandacht te zoeken (maar niet te krijgen) voor het laakbare gedrag van openbaar bestuurders. In het kader van zorgvuldigheid heb ik de betrokkenen op de hoogte gesteld van mijn actie. Ik kan binnenkort een reactie van een advocaat tegemoet zien. Omdat van één van de slachtoffers een getuigenverklaring bij de politie bekend is en het andere aangifte heeft gedaan, zie ik die situatie met vertrouwen tegemoet.

 

De eerste vergadering van dit jaar heeft ook weer plaats gevonden en stond volledig in het teken van de technische behandeling van de jaarrekening in bijzijn van de accountants, maar in afwezigheid van de wethouder. Verschillende fracties hadden heel veel vragen bij de opstelling van de jaarrekening. Als fractie van de ChristenUnie zijn we van mening dat het hier voor een deel administratieve correcties zijn als gevolg van nieuwe inzichten op het gebied van gemeentelijke boekhoudingen.

Voor een deel moeten er nog wel inhaalslagen gemaakt worden als het gaat om de inzichtelijkheid en juistheid van verantwoorden.

We zijn hierin niet de enigen, vele gemeenten delen dit lot. Dat is natuurlijk geen excuus, maar wel een troost. Veel fracties hadden vragen bij de overeenstemming die er bereikt is tussen gemeente en aannemer v.d. Wal voor wat betreft een schadevergoeding voor de Boeg.

Geen enkele fractie wilde op dit moment de jaarrekening goedkeuren; men wilde eerst antwoord op de vele vragen en opheldering over de overeenkomst.

 

We kregen deze week ook een uitnodiging om als raad, college en gemeentelijk bestuur het laatste bestuurdersjaar te openen met een informeel samenzijn. Die uitnodiging was rijkelijk laat en dat bleek te liggen in een veranderde visie op wie voor de organisatie ervan verantwoordelijk was. Voorheen was dit bureau communicatie maar nu moest dat de griffie zijn. Gelukkig was bureau communicatie best bereid om toch te ondersteunen. Samen met een enthousiaste beleidsmedewerker van de afdeling milieu hebben we een rondwandeling gemaakt door het nieuwe natuurgebied Mariëndal en langs een deel van de fiets- en kanoroute. Er mag veel mis zijn in Den Helder, maar we beschikken over schitterende natuurplekken. Opnieuw hebben we met elkaar onze verbazing uitgesproken over de prijs voor de minst groene stad. Tijdens zijn openingspraatje refereerde Freek Bellinga (VVD) ook aan de positieve ontwikkelingen, die blijkbaar moeilijker voor het voetlicht te krijgen zijn.

 

Mede als gevolg van de late uitnodiging waren veel mensen verhinderd, maar ook mensen die toegezegd hadden te zullen komen, lieten het afweten. Er bleef maar een kleine, selecte groep over. Het had iets treurigs, waarvan ik hoop dat het niet tekenend is voor de rest van dit jaar.

 

 Als burger kun je toch gewoon trots zijn op wat de stad te bieden heeft, ook al heb je niet veel op met het bestuur van de stad. Ook die trots of dat zelfbewustzijn lijkt bij een deel van de bevolking te ontbreken. Ik hoop dat het voorstel van de directeur van Triade ook uitwerking krijgt. Ze had het idee geopperd voor ontdekkingssessies (mijn invulling) waarbij middels gesprekken met burgers zicht ontwikkeld wordt op wat de identiteit van Den Helder is.