Moties en amendementen van de ChristenUnie

maandag 23 juni 2008 18:24

Amendement 1. bij de Voorjaarsnota 2008

Inleiding: de organisatie is bezig zich om te vormen tot een regie gemeente. De focus lijkt hiermee minder sterk te zijn gericht op wijk- en buurtgericht werken. Het was immers de bedoeling dat de organisatie deze visie zou volgen bij haar inrichting. Het wijk- en buurtgericht werken kan ook een nieuwe impuls gebruiken, zeker ook voor die wijken waar dit nog niet volledig uitgewerkt is.

Vanuit deze overwegingen willen we de Voorjaarsnota onder hoofdstuk 3 amenderen met de volgende tekst:

Het wijk- en buurtgericht werken dient ook na omvorming tot regiegemeente onze volle aandacht te krijgen. Het is goed om regelmatig te zoeken naar nieuwe impulsen hiervoor. Onderzocht wordt de komende tijd of ontwikkelingen zoals in Hoogeveen ook te vertalen zijn naar de Helderse situatie.

Amendement  2. bij Voorjaarsnota 2008

Inleiding: Burgerparticipatie moet vanzelfsprekend zijn in deze tijd.  Ook de WMO bijvoorbeeld spreekt van de noodzaak tot burgerparticipatie.
De gemeente probeert hier al zoveel mogelijk invulling aan te geven en dit is nog steeds in ontwikkeling.
Uit de beantwoording van schriftelijke vragen over de manier waarop bijv. Zeestad CV/BV omgaat met burgerparticipatie blijkt dat het bij onze verbonden partijen nog niet zo vanzelfsprekend is.

De tekst bij hoofdstuk 3 willen we dan ook graag aanvullen met:

Het bestuur en de organisatie zien er  op toe dat burgerparticipatie ook voor verbonden partijen een vanzelfsprekende zaak wordt waaraan veel aandacht wordt geschonken.

Amendement 3 bij de Voorjaarsnota 2008

Inleiding: Hoewel de raad niet gaat over de organisatiestructuur tenzij dit financiële consequenties heeft, ervaart hij wel de gevolgen van een al of niet goed functionerende organisatie. Al sinds 1998 is er sprake van een of andere vorm van reorganisatie. Nu dan heet het veranderde organisatievisie. Op zichzelf is er niets mis met het ontwikkelen van nieuwe visies op organisaties. Algemeen is het echter een bekende zaak dat veranderingstrajecten niet te lang mogen duren omdat dan de fut er bij de personeelsleden uitraakt. Zie hiervoor ook een interessant artikel in Re.public.nl van juni 2008.

We willen hoofdstuk 2.4.2. van de Voorjaarsnota dan ook aanvullen met de volgende tekst:

De raad is er bij gediend als de organisatieverandering en de daarbij horende personeelsmutaties uiterlijk december 2008 zijn afgerond en helder gecommuniceerd naar zowel raad als externe partijen

Amendement 4 bij de Voorjaarsnota 2008

Inleiding: Hoewel er geen raadsbesluit aan ten grondslag ligt is gekozen voor het tegelijkertijd ontwikkelen van de 3 prioritaire gebieden: Stadshart, Willemsoord en Haven. Inmiddels is de haven op behoorlijke afstand komen te staan qua ontwikkeling. Om tot een krachtige ontwikkeling te komen en op gelijkwaardig niveau te kunnen functioneren met de overige 2 prioritaire gebieden is de Haven gebaat bij de aanstelling van een vaste havendirecteur. De beloning van deze functionaris overstijgt de zgn. Balkenende-norm niet.

Op grond van deze overwegingen willen wij de tekst in de Voorjaarsnota hoofdstuk 3 als volgt wijzigen:

De ontwikkeling en implementatie van de ambitie van de haven van Den Helder heeft een hoge prioriteit en vraagt het komende jaar onze bijzondere aandacht. Deze ontwikkeling en implementatie is het beste gediend met de aanstelling van een vaste havendirecteur wiens beloning de zgn. “Balkenende-norm” niet overschrijdt. Degene die aangeeft zich  in Den Helder te willen vestigen, dan wel gevestigd heeft, heeft bij gelijke geschiktheid de voorkeur.

Amendement 5 bij de Voorjaarsnota 2008

Inleiding: de raad heeft al verschillende keren aangegeven dat ze vindt dat het aantal externen met tijdelijke dienstverbanden binnen de organisatie terug gedrongen moet worden tot het absolute minimum. Het lijkt er op dat de organisatieverandering op dit moment leidt tot te korten in personeel op verschillende plekken die opgevuld worden door externe deskundigen. De bezwaren hiertegen zijn vooral de extra kosten en de gebrekkige kennisoverdracht waarvan vaak sprake is. Ook cultuurveranderingen kosten moeite als er geen gezamenlijke ontwikkeling plaats vindt. Hoewel de raad strikt genomen niet gaat over de personele invulling, is vooral het budgetrecht aan de raad voorbehouden. Het dient het algemeen belang om de personeelskosten zo laag mogelijk te houden.

Vanuit deze overwegingen willen we onder hoofdstuk 2.4.2. de tekst als volgt aanvullen:

Het tijdelijk invullen  van vooral beleidsfuncties wordt vermeden. Mocht blijken dat hieraan niet te ontkomen is, dan wordt onderzocht om welke aantallen en  welke perioden het in totaal gaat. Op grond hiervan wordt overwogen of Europese aanbesteding een optie is om te komen tot zo voordelig mogelijke “aanbesteding”.

Amendement 6 bij de Voorjaarsnota 2008

Inleiding: al vele jaren worden bezuinigingen opgevoerd op een aantal sociale producten zoals leerlingenvervoer en schoolzwemmen. Het financiële rendement van deze bezuinigingen is vaak marginaal maar de maatschappelijke onrust groot.

Het getuigt van weinig creativiteit om steeds deze maatschappelijke producten op te voeren en regelmatig laat de raad dan ook weten aan dit soort bezuinigingen geen behoefte te hebben.

Vanuit deze overwegingen willen we de volgende aanvullingen op hoofdstuk 4 toevoegen:

Hoewel de noodzaak tot bezuinigen in het licht van grote herstructureringsprojecten evident is, vindt de raad het geen optie om als zoekrichting producten als schoolzwemmen en leerlingenvervoer telkens op te voeren. Voor de komende beleidsperiode worden deze producten niet meer opgevoerd.

Amendement 7 bij de Voorjaarsnota 2008

Inleiding:
Omdat we niet de mening delen dat het Raadsliedenwerk door andere organisaties kan worden overgenomen en omdat we menen dat met name diegenen die niet zo gemakkelijk toegang hebben tot allerlei andere voorzieningen op het gebied van hulpverlening en ondersteuning, gebaat zijn bij het voortbestaan van het Raadsliedenwerk willen we de tekst in hoofdstuk 4.5.5. wijzigen. We hebben kennis genomen van de RIB waarin gesteld wordt dat het Raadsliedenwerk nog niet beëindigd wordt (2011) en dat tot die tijd onderzoek gepleegd wordt naar het voortbestaan van het Raadsliedenwerk. We vinden deze tekst onvoldoende zekerheden bieden ook naar de personele organisatie toe. Op deze basis kan het Raadsliedenwerk niet gecontinueerd worden.

De wijziging betreft: de tekst onder het kopje Raadsliedenwerk volledig te laten vervallen. In de tekst opnemen: Het raadsliedenwerk wordt de komende beleidsperiode niet meer opgevoerd als mogelijke bezuinigingsbron.

Amendement 8a bij de Voorjaarsnota 2008


Inleiding:
Maatschappelijke organisaties als het IVC en het ROC-projectencentrum hebben hun nut bewezen. Met name de toonzetting t.a.v. het projectencentrum van het ROC heeft ons verbaasd en gestoord. Op basis van aangeleverde gegevens door het ROC kunnen wij concluderen dat het gestelde in de Voorjaarsnota onjuist is en feitelijk  een schoffering van het ROC inhoudt. We hebben kennis genomen van de RIB waarin u voorstelt nut en noodzaak van het projectencentrum te onderzoeken. Aan dit onderzoek hebben we gedurende deze beleidsperiode geen behoefte gezien de reeds aangeleverde cijfers door het ROC. Bovendien zijn er inmiddels verplichtingen aan gegaan en heeft het ROC aangegeven altijd mee te willen denken over mogelijkheden op het gebied van de exploitatie. Het voorstel om binnenkort nut en noodzaak te onderzoeken veroorzaakt blijvende onzekerheden die een rendabele exploitatie in de weg staan.


We willen de volgende wijziging voorstellen:
De volledige tekst in hoofdstuk 4.5.5. onder het kopje projectencentrum verwijderen en vervangen door een tekst die recht doet aan het ROC-projectencentrum.

Vervolgens:
De raad ziet af van het onderzoeken van nut en noodzaak van het projectencentrum gedurende deze beleidsperiode, maar treedt in overleg met het ROC om mogelijkheden t.a.v. de exploitatie te onderzoeken.

 

Motie 1 bij de Voorjaarsnota 2008

Inleiding:

De manier waarop in de voorjaarsnota is gesproken over het ROC-projectencentrum getuigt onzes inziens van weinig respect en doet geen recht aan de inzet en het belang van deze voorziening.

Overwegend dat het geen pas geeft om in beleidsdocumenten een onjuiste voorstelling van zaken te geven, die de goede naam van het ROC mogelijk aan kunnen tasten

Draagt het college op:
Zich te verontschuldigen tegenover het ROC voor de onjuiste voorstelling van zaken en communiceert dit ook naar andere partijen die nu mogelijk de effectiviteit van het Projectencentrum in twijfel trekken

En gaat over tot de orde van de dag


Amendement 8b bij de Voorjaarsnota 2008

Inleiding:
Het IVC voorziet in een belangrijke behoefte ten aanzien van de emancipatie van (allochtone) vrouwen. Dit is door de raad in het vorige jaar ook erkend en dit heeft geleid tot het uitbreiden van het aantal uren coördinatie op aandrang van de raad. We hebben kennis genomen van uw RIB, maar vinden het niet verantwoord om telkens opnieuw maatschappelijke onrust te veroorzaken door deze discussie dan opnieuw in 2009 te voeren. Op grond van deze voortdurende onzekerheden valt geen beleid voor de instelling te formuleren.

Het geeft geen pas om wat het ene jaar is toegezegd, het andere jaar weer in te trekken.. Dat levert een beeld op van een inconsistente, onbetrouwbare overheid. Dit zouden we met elkaar niet moeten willen. Op grond daarvan vinden we dan ook dat het IVC de komende beleidsperiode verschoond moet blijven van bezuinigingsvoorstellen.

We stellen dan ook voor om in hoofdstuk 4.5.5. de volledige tekst over het IVC te laten vervallen en op te nemen dat het IVC er de komende beleidsperiode op kan rekenen niet meer als zoekrichting voor bezuinigingen te dienen.

Motie 2 bij de voorjaarsnota 2008

Overwegend dat het college een bijzonder ongelukkig tijdstip heeft gekozen om de voorgenomen bezuinigingen op het IVC aan te kondigen, nl. vlak voor het moment van de feestelijk overdracht van het nieuwe pand,

Draagt het college op om zich hiervoor te verontschuldigen.


En gaat over tot de orde van de dag

Amendement 9 bij de voorjaarsnota 2008

Inleiding:
Steeds meer wordt ingezien dat arbeidsmobiliteit terug gedrongen zou moeten worden om een aantal redenen, nl. energie- en milieubeleid, kans op overbelasting werknemers door de (lange) reistijden enz. Daarnaast getuigt het van betrokkenheid bij de gemeente waarvoor je werkt om ook te (gaan) wonen in diezelfde gemeente.

Vanuit die overwegingen willen we de volgende tekst aanvulling voorstellen onder hoofdstuk 4.5

Omdat het zowel vanuit financiëel oogpunt als uit oogpunt van milieu- en energieproblematiek verstandig is om arbeidsmobiliteit zoveel mogelijk te beperken zal de gemeente als werkgever bij gelijke geschiktheid van personen aan diegene de voorkeur geven die in de gemeente Den Helder wil wonen. We dragen deze visie ook uit naar de verbonden partijen.

Amendement 10 bij de Voorjaarsnota 2008

Inleiding: Het past uitstekend in de omvorming tot regiegemeente om overeenkomsten aan te gaan met private partners. Aanbesteden dient te gebeuren conform de hiervoor geldende wet- en regelgeving.
Voor kleine projecten zoals het uitgeven van een speciale Veteranenkrant, het ontwikkelen van een promotiefilmpje of de “Zeestadkrant” zijn veel minder strikte regels aan de orde. Het gaat niet aan om aan de ene kant de Helderse bevolking op te roepen “trots op de gemeente Den Helder te zijn” en aan de andere kant te menen dat het elders beter is of kan. Om de eigen kracht binnen de gemeente  te ontwikkelen lijkt het ons een goede zaak om in eerste instantie cont®acten met lokale ondernemers aan te gaan.

Vanuit deze overweging willen we onder hoofdstuk 4 de volgende tekstaanvulling voorstellen:

Trots op Den Helder is niet alleen een kreet maar wordt daadwerkelijk vorm gegeven door zoveel mogelijk eerst met opdrachtnemers in de eigen omgeving te onderhandelen.

Amendement 11 bij de voorjaarsnota 2008

Inleiding: een telkens weerkerend onderwerp van ergernis bij zowel de bevolking als de gemeenteraad is de hondenpoepoverlast. Er zijn verschillende maatregelen getroffen die niet veel uitkomst bieden. Voor de mensen die werken in de groenvoorziening is vaak sprake onhygiënische toestanden.
Ook ouders van (jonge) kinderen ervaren de overlast vaak heel intens.
Daarnaast levert hondenpoep (maar eigenlijk iedere vorm van feces in de openbare ruimte) in toenemende mate risico’s op voor de volksgezondheid, zeker nu de temperaturen stijgen.

Er zijn verschillende steden, maar ook landen (vgl Ierland) die een beleid voeren van Zero-tolerance. Geen hondenpoep in de openbare ruimte, maar ook geen feces van paarden en/of katten.
De manier waarop dit bereikt kan worden is gebruik maken van de mogelijkheid tot het invoeren van een bestuurlijke boete. De hiervoor aan te stellen BOA kan uit de opbrengsten worden gefinancierd. Te overwegen valt dan of de hondenbelasting afgeschaft kan worden.
Wij denken dat hier financiëel voordeel bij te halen valt.

Vanuit die overwegingen stellen wij voor om onder hoofdstuk 4.5.3 of 4.5.4. de volgende tekst op te nemen:

Onderzocht wordt of het op een andere wijze omgaan met het hondenpoepbeleid door het invoeren van een zgn. “Zero-tolerance” -beleid zowel financiële als maatschappelijke voordelen heeft. Gedacht wordt hierbij aan het afschaffen van de hondenbelasting en het instellen van een bestuurlijke boete voor eigenaren van honden, katten en paarden die de feces van hun huisdier niet verwijderen uit de openbare ruimte. De hondenbelasting kan hierbij mogelijk vervallen

Amendement 12 bij de voorjaarsnota 2008

Het beheer openbare ruimte  is niet overal op het niveau dat sprake is van een positieve uitstraling van de stad. Het zou goed zijn als burgerinitiatieven zouden ontstaan om hieraan iets te doen door bijv. kleinschalige vrijwilligersprojecten in de eigen omgeving. Mooie voorbeelden zijn de optuindagen in verschillende wijken. Gedacht kan ook worden aan het verwijderen van zwerfvuil, onkruidvrij maken van goten en putten enz.
De gemeente zou deze initiatieven kunnen stimuleren en faciliteren door gereedschap beschikbaar te stellen en bijv. een kleine attentie uit te reiken. Door meer zelfwerkzaamheid van burgers kan het beheer op een hoger plan gebracht worden zonder dat dit grote kostenstijgingen met zich meebrengt.

Ook projecten in het kader van sociale activering zouden door de gemeente gefaciliteerd en geïnitieerd kunnen worden.

Vanuit deze overweging stellen wij de volgende tekstaanvulling voor onder hoofdstuk 4.5.4.

De gemeente onderzoekt de mogelijkheden tot het initiëren en faciliteren van kleinschalige vrijwilligersprojecten op het gebied van het beheer openbare ruimte.

Ook in het kader van sociale activering wordt gezocht naar mogelijkheden om doelgroepen te laten participeren in het beheer openbare ruimte. Deze initiatieven mogen gewaardeerd worden met een (kleine) attentie

Amendement 13 bij de voorjaarsnota 2008-06-17


Er zijn opvallend veel geldstromen en projecten op het gebied van jeugdzorg en jeugdwelzijn. Veel van die middelen en projecten zijn gericht op problematisch gedrag: Antilliaanse risico-jongeren, tienermoeders, straathoekwerk en ook nog vele projecten op het gebied van preventie. De mei-circulaire noemt nog een aantal andere verplichtingen op dit gebied waarvoor (extra) middelen ingezet kunnen worden.

In de wijk Jeruzalem wordt een vorm van overlast ervaren van een specifieke doelgroep, dit lijkt ook het geval in bijv. Julianadorp. Hiervoor zijn vaak geen of minder middelen beschikbaar. In den lande zijn voorbeelden bekend van ontschotting van zowel geldstromen als projecten die redelijk succesvol lijken en in elk geval als voordeel hebben dat er efficiënter met de beschikbare hulp(middelen) wordt omgegaan. Naar onze mening is hierin naast efficiency ook effecititeitswinst te boeken. Voorbeeld: “ff kappe” in Rotterdam.

Vanuit deze overwegingen stellen we voor om de volgende tekst in de Voorjaarsnota op te nemen onder hoofdstuk 4:

Onderzocht wordt in de komende beleidsperiode of het ontschotten van middelen en projecten binnen jeugdzorg en jeugdwelzijn kan leiden tot effectiviteitswinst. Ook wordt onderzocht wat de rol van het Veiligheidshuis hierbij kan zijn. Succesvol voorbeeld: ‘ff kappe’ Rotterdam

Amendement 14 bij de voorjaarsnota 2008-06-17

Inleiding:
We staan aan het begin van een enorme herstructureringsopdracht. In deze opdracht is veel aandacht voor (meer) woningbouw. Verspreid over de stad zijn verder nog een aantal ingrijpende woningbouwprojecten gepland. Vanuit de projectontwikkelaars wordt vooral ingestoken op het ontwikkelen voor de “nieuwe rijken”, waar die zich ook mogen bevinden. Als gemeente hebben we vooral de verantwoordelijkheid om te anticiperen op de behoeften en mogelijkheden van de Helderse bevolking, naast het aantrekkelijk zijn voor inwoners van buitenaf.
Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar de bevolkingsontwikkeling in het algemeen en de wijze waarop het beste geanticipeerd kan worden op de verwachte bevolkingskrimp.

Vanuit deze overwegingen stellen wij de volgende tekstaanvulling voor onder hoofdstuk 4.5.4:

In de komende beleidsperiode wordt bij het ontwikkelen van woningbouwprojecten door de gemeente nadrukkelijk rekening gehouden met de uitkomsten van het onderzoek door de Raad voor het openbaar bestuur t.a.v. bevolkingskrimp en de reactie van GS hierop. De behoeften en mogelijkheden van de Helderse bevolking worden hierin mee genomen.

Ook wordt visie ontwikkeld over de wijze waarop tegen woningbouwprojecten wordt aangekeken, nl. of vanuit de gedachte “levensloopbestendig wonen” of bijv. in termen van “wooncarriëre”, hetgeen een ontwikkeling impliceert van steeds groter, duurder enz. Past dit bij de stad?

Amendement 15 bij de voorjaarsnota 2008


Inleiding: het college heeft aangegeven dat het in het kader van de grote projecten en de organisatieverandering noodzakelijk is dat er een 3e directeur komt. Wij zijn van mening dat in het kader van zoeken naar financiële ruimte een goed voorbeeld is om juist in de hogere organisatielagen bezuinigingen in te voeren. Het is ook een logische ontwikkeling bij een regie-gemeente.


Vanuit deze overwegingen stellen wij de volgende tekstaanvulling voor onder hoofdstuk 2.3:

De organisatievisie steekt in op afgeslankte, efficiente bedrijfsvoering. In dit kader is het gepast om de vacature voor een 3e directeur niet op te vullen, maar de werkzaamheden onder te brengen binnen de reguliere organisatie.

Amendement 16 bij de voorjaarsnota 2008-06-17

Inleiding:
Tijdens deze bestuursperiode is gekozen voor een college van 4 fte wethouders, verdeeld over 5 personen. Nu is dit vooral een zaak van coalitiepartners en college. De raad heeft hier verder geen invloed op. Toch zou het een goed gebaar zijn en een serieuze invulling van bezuinigingsmaatregelen om te overwegen om het aantal wethouders met 1 te verminderen. Deze bezuiniging past ook binnen het door het college voorgestelde bezuinigingsbeleid op vooral de maatschappelijke en sociale voorzieningen,  nu nog het taakveld van 1 ½  wethouder. Dit komt wellicht de effectiviteit van besturen ook ten goede, gezien de tegenstrijdige uitspraken van de wethouders op dit beleidsveld.


Vanuit die overwegingen stellen wij de volgende tekstaanvulling voor onder hoofdstuk 2.3:

Onderzocht wordt door college en coalitiepartners of het mogelijk is om het aantal  wethouders met 1 te verminderen tijdens deze bestuursperiode.

Amendement 17 bij de Voorjaarsnota 2008


Bij de oprichting van het fonds Stedelijk Vernieuwing en later in de begroting en het meerjarenperspectief is uitgegaan van een investering op jaarbasis van €2 MIO voor de komende 3 jaar voor de Stedelijke vernieuwingsopdracht.
In het licht van de kwetsbare financiële positie en een te laag weerstandsniveau lijkt het onverantwoord om hierin de komende tijd meer te investeren, vooral als dit ten koste gaat van maatschappelijke ontwikkelingen.
We zouden dan ook graag zien dat die €2 MIO uitgangspunt blijft. We verwachten dat dit tot ruimte op de begroting leidt, die wij weer ingezet willen zien volgens de oorspronkelijke afspraken, nl. voor het BOR.

We stellen dan ook de volgende tekstaanvulling voor bij hoofdstuk 5:

Uitgangspunt voor de begroting en het meerjarenperspectief blijft de reservering van €2MIO voor Stedelijke vernieuwing. De ruimte die dit schept op de begroting wordt weer ingezet conform de eerder gemaakte afspraken, nl. het Beheer openbare ruimte.

 

« Terug