Vragen bij de begroting en andere financiële stukken
Geacht college van Burgemeester en Wethouders,
Allereerst willen wij u danken voor het door u en uw ambtenaren verrichte werk omtrent het opstellen de diverse financiële beleidsstukken die momenteel voor ons liggen. Het zijn zeer zeker geen rooskleurige tijden die ons te wachten staan, maar met een positieve grondhouding en besef van hoe rijk en gezond wij evengoed nog mogen zijn, kunnen wij gezamenlijk de juiste richtingen uitzetten.
Voor een goed overzicht van de financiële positie van de gemeente Den Helder is vergelijking tussen en met de verschillende financiële voorliggende documenten noodzakelijk. Onderstaande vragen zijn dan ook het gevolg van informatie uit zowel de Programmabegroting 2011, de 1e Verkenning bezuinigingen 2011-2014, het Collegeprogramma 2010-2014 als de 2e Tussenrapportage 2010. Met deze vragen willen wij graag helderheid krijgen in zaken die voor ons (nog niet) zo duidelijk zijn. In willekeurige volgorde stellen wij daarom de volgende vragen:
1. Uit de tussenrapportage blijkt een nadelig saldo van € 86.000. In de 1e Verkenning bezuinigingen wordt gesproken over het doorlichten van de begroting waarbij de verwachting is dat dit € 1,8 miljoen oplevert. Hoe verklaart u dit?
2. In de 1e verkenning stelt u op blz. 4 onder het kopje “uitgangspunten” het volgende: “Direct starten met bezuinigen zodat in de jaren 2011 en 2012 meer kan worden bezuinigd dan noodzakelijk”. Hoe valt deze zin te verklaren? Er staat namelijk dat er meer kan worden bezuinigd dan noodzakelijk omdat we al direct starten met bezuinigen. Dat klinkt toch tegenstrijdig? Waarom dan nog meer bezuinigen?
3. Aangaande de posten waar in principe niet op wordt bezuinigd. Wat ons betreft mag er kritisch gekeken worden naar mogelijke bezuinigingen op het gebied van sport en vooral op het gebied van evenementen. Kunt u aangeven in hoeverre er mogelijkheden zijn op het gebied van fusies van sportclubs, eventuele uitgaven/subsidies naar clubs met een (zeer) klein ledenaantal etc? Daarnaast vinden wij dat uitgaven t.b.v. (grote) evenementen gerust naar beneden bijgesteld kunnen worden. Kunt u aangeven in hoeverre u hier mogelijkheden in ziet?
4. op blz. 6 geeft u een helder overzicht van de incidentele bezuinigingsomvang. In het tabelletje geeft u de opbrengsten o.b.v. subsidies weer. In hoeverre zijn deze subsidies al gegarandeerd?
5. Op blz. 8 geeft u aan dat “het herverdelen van management- en adviseringstaken bij de brandweer € 100.000,- kan opleveren”. Gezien het aantal fte’s binnen deze organisaties vinden wij dit nogal een aanzienlijk bedrag. Hoe verklaart u dat een dergelijk bedrag bespaard kan worden met ‘slechts’ een herverdeling van genoemde taken?
6. In het collegeprogramma geeft u aan dat u extra wilt investeren in het stimuleren van klein ondernemerschap. Hoe verhoudt zich dit met de verhoging BBZ-geldleningen? Is uw intensivering dan nog wel nodig? Betekent de verhoging van de BBZ-geldlening dat er meer starters zijn, of juist meer bedrijven met problemen?
7. Bij de incidentele bezuinigingsomvang uit de 1e Verkenning bezuinigingen wordt gerefereerd aan investeringswensen waarvoor kennelijk geen dekking was. Zijn er al verplichtingen aan gegaan of kunnen deze wensen ook ter discussie staan? (€14,1 mio)
8. U wilt een frictiefonds instellen om de taakstelling binnen de organisatie te kunnen bewerkstelligen. U leidt de mogelijkheid om tot efficiëntere bedrijfsvoering over te gaan af uit een benchmark, waaruit blijkt dat vergelijkbare gemeenten minder overhead hebben en stelt: verdere bezuinigingen op de formatie betekent daarom het verminderen of afstoten van taken. Bent u het met ons eens dat dit dus geen efficiëntere bedrijfsvoering is?
9. Op blz. 7 wordt het instellen van een frictiefonds genoemd. Kunt u concreet een overzicht geven waar deze € 1,25 miljoen aan besteed wordt? (bedragen en onderdelen)
10. Uit de bestedingen van het wijkconvenant blijkt dat er behoorlijk gebruik van is gemaakt. U verwacht geen nieuwe aanvragen en wilt daarom € 100.000 bezuinigen, aan de andere kant wilt u vanuit uw collegeprogramma € 50.000 intensiveren voor zichtbare verbetering wijken. Is dat geen lood om oud ijzer?
11. In het algemeen zou een begroting zich moeten laten lezen als een open boek. Als je dan kijkt naar programma 1 waarin gesteld wordt dat het verschil tussen 2010 en 2011 € 420.9000V is, dan kun je rekenen wat je wilt, maar kom je niet bij benadering aan dit bedrag. Kunt u dit uitleggen?
12. Als de Programmabegroting vergeleken wordt met die van 2010 dan blijkt de opbrengst deelnemingen bijna gehalveerd en het saldo financieringsfunctie verminderd met € 10 miljoen. Kunt u dit verklaren?
13. Voor stedelijke vernieuwing is een verhoging geraamd van € 3 miljoen. Komt dit nu bovenop de bestemmingsreserve stedelijke vernieuwing (NUON-gelden)?
14. Voor de BOR staat opnieuw € 13 miljoen begroot. Kunt u inzichtelijk maken wat daarvan nu direct besteed wordt aan het veeg- en borstel beleid? Veel inwoners ervaren de stad gewoon als “vies”, uitzonderingen uiteraard daargelaten.
15. Op blz. 9 noemt u als mogelijke bezuinigingsmogelijkheid “het naar beneden bijstellen van het kwaliteitsniveau in openbare ruimte”. Staat dit niet in contrast met de door de raad vastgestelde Nota Groen waarin Den Helder het basisniveau wenst te handhaven?
16. Er is niet gereserveerd voor het GAVO-project. Hoe wilt u dit verder invulling geven?
17. Is het idee van een technische ontdekplek niet uitgevoerd en wat is daarvan de reden?
18. In de tabel met de ontwikkeling van de algemene reserve staat onder de kolom “begroting 2012” een mutatiebedrag van € 1,5 miljoen euro genoteerd. In het stuk tekst daaronder staat “In 2012 wordt € 2,5 miljoen aan de algemene reserve…” Welk bedrag is nu juist? En welke gevolgen heeft dit voor het benodigd weerstandsvermogen in 2012 en de jaren daaropvolgend?
19. In Bijlage I geeft u onder punt 3 aan dat “het verlagen van de normen voor bijzondere bijstand” een besparing kan opleveren. Nu lijkt het ons dat verlaging van normen juist het verkrijgen van bijzondere bijstand vergroot waardoor er meer uitgegeven gaat worden.
20. Onder punt 5 van genoemde bijlage noemt u verhoging van de OZB. Als dit ‘slechts € 110.000,- oplevert, praten we over een jaarlijkse verhoging per inwoner (57.000) van nog geen € 2,-. Klopt deze denkwijze? Vindt u niet dat hier misschien meer uit te halen valt? Bij bijvoorbeeld € 5,- per inwonende per jaar kunnen alle gewenste prioriteiten van de coalitie ruimschoots ingevuld worden!
21. Algemeen stellend: Bent u het met ons eens dat wij er als gemeente zorg voor moeten dragen dat “de minima” op geen enkele wijze de dupe mogen zijn van de benodigde bezuinigingen? Kunt u toezeggen dat er niet bezuinigd gaat worden op subsidies betreffende zorgzaken en maatschappelijk welzijn?
22. Uit de 2e Tussenrapportage blijkt dat er een overschrijding van € 616.000 op de havenontwikkeling is. Verderop lezen we dat er een feitelijk tekort is van € 400.000. Is dit naast of in plaats van die €616.000?
23. Wat is de reden dat het begroten van de kosten van het minimabeleid zo moeilijk is? Welke factoren dragen zorg hiervoor? Zie de verschillende onderdelen en het tekort van € 620.000.
24. Om gebruik te kunnen maken van de 3e tranche tijdelijke stimuleringsmaatregelen moet voor 01-01-2011 gestart zijn met de bouw van de woningen aan de Californiëstraat/Molenstraat. Als dat niet gehaald wordt, wat zijn hier dan de gevolgen van? (bijvoorbeeld een herijking van dit plan?)
Tot zover onze vragen.
T.Biersteker-Giljou W. Koning
Archief > 2010 > oktober
- 26-10-2010 26-10-2010 19:02 - PERSBERICHT
- 23-10-2010 23-10-2010 19:04 - Verslag tot 24-10-2010
- 20-10-2010 20-10-2010 20:08 - Algemene beschouwingen bij de begroting 2011
- 18-10-2010 18-10-2010 21:10 - Verslag tot 16 oktober 2010
- 09-10-2010 09-10-2010 11:01 - Meld een held
- 05-10-2010 05-10-2010 21:40 - Vragen bij de begroting en andere financiële stukken
- 02-10-2010 02-10-2010 21:58 - Kort verslag tot 3 oktober 2010