Algemene beschouwingen 4 juli 2011

donderdag 07 juli 2011 06:48

Vooraf gaande aan het opschrijven van de algemene beschouwingen bij deze kadernota, eerst wat terug gelezen in de beschouwingen van voor gaande jaren. Verhelderend, maar ook de trieste constatering dat we voortdurend signalen afgeven om vooral een sociaal beleid te voeren, juist in tijden van crisis. Tot op heden hebben we ook moeten constateren dat dit signaal niet opgepakt is.

Eigenlijk is dat ook wel logisch, want een regering die één van de grootste veroorzakers van de economische crisis eert met een hoge onderscheiding en de individuele burger het gelag laat betalen van al het gegraai en onverantwoorde beheer van onze middelen door banken en (beleggings-) instituten, is goed de weg kwijt.

Het is echter wel voorbeeldgedrag en de effecten hiervan zien we dan ook lokaal op ons afkomen met de voorgestelde kaders voor de komende begroting.

Christelijke politiek bestaat niet, wel christenen in de politiek. Die christenen kunnen zeker niet claimen dat ze alleen staan voor sociaal beleid, ook andere partijen willen een veel socialer beleid voeren dan in de kadernota voorgesteld wordt.  Christenen hebben wel een duidelijk uitgangspunt en zijn voortdurend aan te spreken op hun gedrag en keuzes in relatie tot hun onveranderlijke uitgangspunten.  Ds. Plantinga legt in “Rechtzetten”  (een bundeling toespraken van de Residentie Pauzediensten)  uit dat uit het Bijbelboek  Amos blijkt dat “God het afkeurt dat gezagsdragers zichzelf verrijken, terwijl een deel van het volk in grote armoede leeft. God neemt het vooraanstaanden van het volk kwalijk dat het hen niets doet dat er geleden wordt in het land, dat zij zorgeloos zijn en dat daardoor het volk langzaam maar zeker de vernieling in wordt geholpen. God roept in Amos de gezagsdragers tot verantwoording .”

Voorbeelden van het huidige “lijden” van de bevolking zijn er velen; we hoeven maar te denken aan het verdwijnen van de PGB, de extra bijdragen op de AWBZ, verhogingen van ziektekostenverzekeringen, energiekosten enz.  Daar komen dan de lokale lastenverzwaringen nog bij. Want bezuinigingen binnen de sociale sector betekenen onverkort een lastenverzwaring voor de burger.

De zorgeloosheid van de vooraanstaanden blijkt landelijk uit het gemak waarmee men weer overgaat tot het uitdelen van bonussen en bijv. de enorme salarissen die managers in de zorg en andere non-profit organisaties ontvangen. Uit deze kadernota blijkt dit vooral uit het enorme ambitie niveau dat koste wat kost gehaald moet worden. De opmerking van de VVD was dan ook tekenend: deze bezuinigingen dienen alleen de ambities van college en coalitie.

Voor ons staat vast dat als er sprake moet zijn van een balans tussen ambities en bezuinigingen, dit alleen kan als ook de grote projecten onderdeel uitmaken van de bezuinigingen. Het college geeft uitgangspunten uit het coalitieprogramma met groot gemak op, maar het ambitieniveau blijft gehandhaafd.

We kunnen ons vinden in onderzoek naar mogelijke bezuinigingen binnen alle programma’s en die kunnen dan vooral gevonden worden in efficiency. Onderzoek naar overlap is prima en moet zeker gebeuren, maar we willen niet dat verenigingen en organisaties gewoon verdwijnen door de enorme bezuinigingsdrift. Het gaat binnen de sociale en maatschappelijke sector niet om het totaal aan bezuinigingen (€2 mio) maar om hoe hard dat aankomt.

Binnen die sector is voor ons bespreekbaar het opgeven van de cultuurmakelaar en kunstadviseur, de logopedische screening en een herziening van het schoolzwemmen.  Ook emancipatie kan efficiënter worden georganiseerd.

Het verdwijnen van ouderenwerk, sociaal-cultureelwerk en kunstbeoefening en bevordering kunstbeleving zijn voor ons in elk geval niet bespreekbaar. Ook de gemaakte afspraken met bijv. de Helderse vallei dienen onverkort nagekomen te worden.

We vinden t dat ook binnen de stedelijke vernieuwing ruimte gezocht moet worden om te bezuinigen en zullen met voorstellen komen om de eventuele bouw van een nieuw stadhuis in elk geval met 3 jaar uit te stellen ( + € 1, 5 mio), vrijval van de reserve stadhuis vanwege de DBFMO-constructie ( + €2,4 mio), geen structurele bijdrage aan Willemsoord ( +€ 550.000 structureel) en geen aankoop van de schouwburg als bijdrage in de verplaatsing (+ € 900.000). Dit levert een incidentele ruimte op van €3,3 mio en een structurele ruimte van ruim €1 mio op.

Als dit college/coalitie niet de noodzaak ziet van het bijstellen van het ambitieniveau dan kunnen we geen goedkeuring hechten aan bezuiniging op welk programma binnen de “zachte” sector dan ook.

In dezelfde publicatie “Rechtzetten” riep drs. Deetman (vml. Minister van Onderwijs) op om niet te zwijgen in situaties  waarvan we vinden dat die onaanvaardbaar zijn omdat er in Bijbelse zin sprake is van onrecht maar moeten proberen er wat aan te doen.  Dat hebben we vertaald door toch maar deze algemene beschouwingen in te dienen in plaats van het zwijgen er toe te doen.

« Terug