De afgelopen tijd heb ik me behoorlijk onthand gevoeld. Mijn computer was gecrasht en moest naar de reparateur. Je houdt het niet voor mogelijk voor zo’n nieuw ding. Na 4 weken prutsten op een geleend tabletje en via mijn telefoon mocht ik nu een nieuwe uitzoeken. Gelukkig maar, want er is een hoop werk dat zich niet zo makkelijk leent voor een tablet of telefoon.

IN de herfstvakantie heeft er nog intensief overleg plaats gevonden over alle ontwikkelingen in het sociale domein. Het Rijk verplichtte gemeenten om voor 1 november met een Transitieplan te komen waarin beschreven wordt hoe het beleid de komende tijd vorm moet krijgen voor de verschillende onderdelen. Zoals gebruikelijk zijn dit soort plannen tamelijk algemeen en weinig toegespitst op de lokale situatie. Extra handicap bij dit onderdeel is dat het gebaseerd is op eerdere documenten die al in de voorgaande bestuursperiode zijn vast gesteld. We hadden dat toen graag anders gezien, maar nu moet je wel verder.

Bovendien zijn we als gemeente verplicht om verordeningen vast te stellen die gebaseerd zijn op dit Transitieplan en voldoen aan wettelijke voorschriften. We hebben als coalitiepartners gezocht naar de maximale ruimte om toch een sociale gemeente te kunnen zijn.

Na het Transitieplan komt het Transformatieproces. We willen proberen om in deze periode zoveel mogelijk de lokale insteek te kiezen. Dat betekent ook dat de meeste verordeningen een tijdelijk karakter hebben. Dat mag.

Afgelopen maandag was de betrokkenheid van de raad bij dit onderwerp goed te merken. Het CDA probeerde het positieve saldo van de Tussenrapportage alvast te bestemmen. Nu weet het CDA heel goed dat dit niet kan, er is tenslotte nog niets zeker over hoe het jaar uiteindelijk afsluit, maar het was een dappere poging om aandacht te vragen voor onderwerpen die hen aan het hart gaan. Daarin kunnen we als ChristenUnie goed meegaan en ik heb aangeraden om bij de begroting concrete plannen in te dienen, dan kunnen we daar bespreken of er ruimte voor is.

Gezien alle amendementen en moties viel de lengte van de vergadering nog mee. Er was veel commentaar op het Transitieplan. Soms deed dat wat onwaarachtig aan, gezien het verleden van een aantal raadsleden, maar feit is natuurlijk dat je verplicht voortbouwt op bestaande documenten.

De tussenrapportage leverde weinig discussie op omdat het gewoon om een tussenstand gaat. Alleen bij ernstige afwijkingen kunnen we beleid bijsturen.

Aan het einde van de vergadering vroeg ik nog even de aandacht voor een brief aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Van tevoren had ik met iedereen overlegd of het wenselijk was om een signaal af te geven naar dit Ministerie over de ontwikkelingen rondom de aanbesteding van de verbouwing van de Doggershoek door het COA. Het merendeel was hierover direct positief en de anderen konden instemmen  met de inhoud van de brief zodat we uiteindelijk een unaniem signaal naar de vaste kamercommissie konden sturen ter ondersteuning van de daar gestelde vragen over die gunning.

Woensdagavond nog naar een bijeenkomst georganiseerd door de Helderse ondernemers met opnieuw spreker Cor Molenaar. Na afloop dacht ik: wat wordt nu toch van de gemeenteraad gevraagd wat we nog niet doen. Het is mij niet duidelijk geworden. De gedachte dat het publiek zit te wachten op een enorme toename van digitale info tijdens het winkelen is bij mij nog niet geland. Vanzelfsprekend is internet een geduchte concurrent, die je volgens mij alleen kunt “verslaan” als je het echte winkelen heel leuk maakt. Dat betekent voor mij: klantvriendelijkheid en aangepaste openingstijden. Hier valt nog een wereld te winnen, denk ik.

Dat roept Cor Molenaar ook wel, maar hij legt de nadruk op zondagsopenstelling. Dat is in Den Helder in de zomermaanden toegestaan maar hiervan wordt vrijwel geen gebruik gemaakt. Dat past prima binnen onze visie dat de zondag een bijzondere dag is. Ik kijk er telkens naar uit om samen met mijn kerkelijke gemeente te vieren dat God, ondanks alles wat we niet begrijpen, in ons midden wil zijn. De wereld wordt steeds grimmiger, lijkt wel maar in het geloof vind ik rust en in de Bijbel aanwijzingen voor het verloop van de tijd.

Tjistske Biersteker