Het was een slopende week met ontzettend veel vergaderingen en bijeenkomsten. Ik ga bovendien binnenkort een rondreis door Israël maken en vanzelfsprekend wil ik van tevoren zoveel mogelijk zaken, zowel politiek als privé op orde hebben. De reisvoorbereidingen hebben toch wat minder aandacht gekregen dan ik voor ogen had.

Maandagavond waren de commissievergaderingen. In de commissie MO waren de veranderingen in het sociale domein het hoofdagendapunt. De klankbordgroep, aangevuld met een VVD-raadslid deed de commissie een voorstel om te komen tot een werkgroep met verschillende disciplines om voor Den Helder de visie en uitgangspunten verder uit te werken, met vragen als “wat moet het niveau van voorzieningen zijn in de stad, wie gaan dit uitvoeren en wie bewaken dit” en nog vele andere vragen. Tijdens de commissievergadering sneuvelde dit idee omdat een ander lid van de VVD hier de noodzaak niet erg van zag en ineens keerde de insteek van een deel van de commissie, inclusief een lid van de klankbordgroep. Bizar zoals sommige zaken kunnen lopen.

Ook het Transitiedocument Jeugdzorg werd besproken. ER worden geen besluiten van ons verwacht, meer een stand van zaken. Uit de presentatie van dit Transitiedocument bleek dat de speciale commissie die al die documenten moet beoordelen, die van de regio kop van Noord Holland nog niet specifiek genoeg vindt. We krijgen nog tijd om dit beter te omschrijven. Dat zou ook tijd geven om hierover met de raad van gedachten te wisselen. Dat lijkt niet de bedoeling.

Tegelijkertijd werd in de commissie SOB gesproken over bestemmingsplannen. Willem Koning heeft voorgesteld om de sloten en vaarten die nog geen naam hebben ook van namen te voorzien. Hiermee profileren we ons nog meer als waterminnende stad. Goed voor het toeristisch product (denk aan de kano-route en andere watergebonden activiteiten).

Bij bestuur en middelen was het belangrijkste agendapunt een raamovereenkomst met de stichting Top van Holland over de subsidieverlening voor evenementen. Hiermee beoogt het college om de stichting voortaan verantwoordelijk te maken voor het toekennen van evenementensubsidies.  Dit is een slechte zaak omdat de raad het budgetrecht heeft en dit niet gedelegeerd moet worden aan een stichting. Bovendien, waar moeten organisaties terecht als ze bezwaar willen maken tegen een afwijzing. Als er een besluit genomen zou moeten worden over toekenning van subsidies bij dit voorstel dan kon de raad hierover stemmen. Nu wordt ons een raamovereenkomst gepresenteerd en daarop kunnen we alleen reageren met wensen en bedenkingen. Die kan het college overnemen, maar ook naast zich neer leggen. De wensen en bedenkingen moeten dan ook nog een meerderheid hebben. Kortom we worden er weer lekker  “in gerommeld”.

Dinsdagavond was een ingelaste vergadering over de variantenstudie van het stadhuis. Tevens werd gevraagd om een investeringskrediet en verhoging van het voorbereidingskrediet. Willem was voorzitter en ik had een andere afspraak. In het besloten deel ging het over de specificatie van de financiën. Een groot deel van de coalitiepartijen heeft toen de vergadering verlaten. Kennelijk waren zij voldoende op de hoogte.

Zoals gezegd had ik een andere afspraak en dat was een erg inspirerende bijeenkomst. Al een poosje geleden was er op initiatief van de ChristenUnie een overleg geweest met een aantal voorgangers/vertegenwoordigers van kerkelijke gemeenten. Doel was om kennis en informatie uit te wisselen over de komende decentralisaties en de mogelijke rol van kerken hierin. Bij die bijeenkomst bleek dat er behoefte was aan kennismaking met christenen in de hulpverlening.  Afgelopen dinsdag kreeg dit zijn beslag. In een inleiding liet een voorganger zien hoe het omzien naar de ander vorm kan krijgen, zelf hield ik een inleiding over de ontwikkelingen in het sociale domein met als insteek dat dit ook kansen biedt. Hierna ontstond een heel geanimeerde gespreks- en kennismakingsronde. De conclusie na afloop was dat men dit nog eens wilde herhalen, mogelijk ook met een kennismaking van de verschillende hulporganisaties.

Donderdagavond was er een forumdiscussie tussen politieke partijen in het kader van de zorg om de thuiszorgmedewerkers van Omring. De avond was opgezet door de Abva/Kabo/FNV. Ook de directeur van de Omring was aanwezig. Bij dit soort discussies ontstaat gauw de neiging om beloftes te doen. Ik heb moeite met die verkiezingsretoriek. Desondanks was het een goede avond, temeer daar er ook een reële afspraak is gemaakt, nl. nog in deze raadsperiode onderzoek doen naar de wijze van indiceren en de deskundigheid van de indiceerders. Uit de verschillende reacties bleek dat hier een groot pijnpunt zit. De directeur gaf aan dat dit tot zo’n 20.000 uur minder zorg heeft geleid en dat zij ook met haar  handen in het haar zat. Toen vroeg ik me wel af waarom er niet eerder aan de bel is getrokken. Wij hebben geen inzicht in de indicaties of toewijzingen van zorg en zijn afhankelijk van de signalen. Daarnaast wordt er (en dat is een landelijke trend) wel enorm krampachtig gereageerd op de komende bezuinigingen. Op dit moment is er nog geen sprake van enige korting.

Tussendoor is het stadhuis in verschillende overleggen onderwerp van gesprek. Via de media wordt de druk op de verschillende partijen wel opgevoerd, ook bijv. op de PvdA. Het valt dan nog niet mee om je te concentreren op uitgangspunten en visie. Kortom intensief.

Ik ben dan ook erg blij met het weekend en zie uit naar de zondag. Rust en toerusting voor de komende week.

Tjitske Biersteker