Geachte raad,

 

Op 13 juli 2005 heeft uw raad besloten onderzoek te doen naar de Oude Rijkswerf Willemsoord. Onderzocht wordt de rol daarbij van het college van Burgemeester en Wethouders als geheel, en zijn afzonderlijke leden, dus de burgemeester en de wethouders. Dit onderzoek is deelopdracht 1 genoemd.

Ook moet er duidelijkheid komen over de verdere ontwikkeling van de Oude Rijkswerf Willemsoord, en de samenwerking daarbij met de private partner, Libéma. De daarvoor te verrichten werkzaamheden zijn ondergebracht in deelopdracht 2.

 

De door u ingestelde commissie bestond uit de raadsleden mevrouw T. Biersteker en de heren W.F. Bellinga, J. Boskeljon, J.C. van Dongen, D. Gorter, G. Hoekmeijer en J.H.W. Mulder.

De heer Bellinga heeft onlangs gemeend zich terug te moeten trekken uit de commissie, daar hij, gelet op de onderlinge verhoudingen tussen enkele leden, betwijfelt of zij de nodige objectiviteit kunnen betrachten.  

 

De commissie heeft besloten het onderzoek van deelopdracht 1 in eigen beheer uit te voeren.

Zij richt zich daarbij op het functioneren van (de leden van) het college van Burgemeester en Wethouders en de uit zijn naam opererende functionarissen.

 

Deelopdracht 2 verlangt bijzondere expertise. Daarom heeft de commissie deze taak opgedragen aan bureau AT Osborne die daarover in een afzonderlijk rapport verslag doet. Dit bureau is bekend met de materie vanwege de, in opdracht van de gemeenteraad uitgevoerde, ‘second opinion’ naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de Oude Rijkswerf Willemsoord in september 2003.

 

De commissie voert haar onderzoek uit in de vorm van dossierstudie en het houden van vraaggesprekken. Voor deze gesprekken worden bestuurders, ambtenaren en derden uitgenodigd, die betrokken zijn (geweest) bij de herinrichting van de Oude Rijkswerf Willemsoord. Dit vanuit de verwachting dat zij nadere informatie kunnen verschaffen over de genoemde vraagstukken.

Zo werkende wordt het feitenmateriaal verduidelijkt en in de juiste context geplaatst.

 

De door raadsfracties aangereikte vragen worden bij de voorbereiding van de interviews betrokken. De dossierstudie heeft aanvullende vragen opgeworpen.

  

Op 7 september jl. is de Onderzoekscommissie gestart met het afnemen van vraaggesprekken.

Naar verwachting zullen de laatste gesprekken plaatsvinden in de eerste week van oktober.

 

Hoewel de tot op heden verkregen informatie uit deze vraaggesprekken in belangrijke mate aansluit bij die uit de dossiers, stuit de commissie ook op strijdige uitspraken en verklaringen van geïnterviewden. In dit verband merkt de commissie op dat de informatie, verstrekt door het college van Burgemeester en Wethouders, uiterst moeizaam en vertraagd is aangeleverd.

 

De commissie wil zich vergewissen van de juistheid van bedoelde uitspraken en verklaringen.

Deze omstandigheid, en het feit dat de schriftelijke informatie uitermate omvangrijk en weinig overzichtelijk is, maken dat de commissie zich wendt tot uw raad op basis van artikel 2 van de Verordening commissie van onderzoek bestuurlijk handelen college van Burgemeester en Wethouders betreffende de Oude Rijkswerf Willemsoord  2005.

 

Dit artikel luidt: “De commissie zendt het onderzoeksrapport, eventueel voorzien van conclusies en aanbevelingen, voor 1 oktober 2005 aan de gemeenteraad. De termijn kan op voorstel van de commissie door de gemeenteraad worden verlengd.

 

De Onderzoekscommissie Oude Rijkswerf Willemsoord verwacht medio oktober haar taak te kunnen afronden en u te adviseren over de resultaten van beide deelopdrachten.

Daarom stelt zij u voor, overwegende het vorenstaande en de organisatorische voorbereiding van de behandeling door uw raad, de termijn met een maand te verlengen, dus tot 1 november 2005.

 

 

  Hoogachtend,

 

 de Onderzoekscommissie ORW,