Verslag tot 18 mei 2008
Vanwege de mei-vakantie waren er geen raads- of commissievergaderingen. Dat betekende niet dat het echt stil was aan het politieke front. Er werden voortdurend nota’s en andere stukken aangeleverd die de aandacht vroegen.
Daarnaast was het natuurlijk een vakantie die veel herdenkings- en vieringsmomenten kende. Ik heb ze zoveel mogelijk bij gewoond. Ook werden we tijdens deze vakantie opgeschrikt door het overlijden van Janna Greijdanus. Ze was nog niet zo heel lang lid van de ChristenUnie, samen met haar man maar wel een heel actief lid. Ondanks haar beperkingen sloeg ze niet graag een vergadering van de steunfractie of van de commissie welzijn over. We zijn haar dankbaar voor haar inbreng evenals die van Klaas, haar man. Voor Janna is de Toekomst werkelijkheid geworden, voor haar man is het een moeilijke periode waarin ook keuzes gemaakt moeten worden. We leven als (steun)fractie met hem mee.
De afgelopen week is er alleen een raadsbrede commissie geweest over het concept Uitwerkingsplan voor het Stadshart. Er is veel over gezegd, er valt nog veel meer over te zeggen. Van alle kanten spreken mensen mij er daarnaast ook over aan. De visies en meningen zijn behoorlijk divers. Af en toe duizelt het mij van de vele informatie, de vele zaken die met elkaar verband houden en die van elkaar afhankelijk zijn. Ik vind het moeilijk om tot een volledig overzicht te komen. Zeker ook in relatie tot onze havenontwikkeling. De bedoeling van de commissiebijeenkomst was vooral het stellen van verdiepende vragen. Het werd een soort statement van de verschillende partijen. In eerste instantie wilde ik me daartoe niet laten verleiden, maar uiteindelijk heb ik wel aangegeven dat ik bij de presentatie het gevoel kreeg dat er niet veel van Den Helder deugde en dat dit plan de redding van onze stad moest worden.
Ik geloof hier echter nog niet zo in en ben alleen positief over onderdelen van het plan die vooral betrekking hebben op de inrichting van de openbare ruimte in de winkelstraten, even los van het gekozen Binnenstad model (de halter). Ook de bebouwing in de Binnenstad vind ik een prima zaak. Hier zou men zich op moeten willen concentreren. Echter uit het concept komt naar voren dat het “slikken of stikken is”. Geen compromissen, geen prioritering door de raad. Wel worden we als raad geconfronteerd met een tekort van zo’n €70 MIO minimaal op de (grond)exploitatie. In eerdere instantie had ik hierover al vragen gesteld en voorgesteld om als gemeente ook te delen in de projectexploitatie. Deze moet wel winstgevend zijn anders begint geen projectontwikkelaar er aan, denk ik. Volgens het antwoord van het college zou dit een oneigenlijke gang van zaken zijn. De suggestie lag hierin besloten dat het om een onaanvaardbaar risico zou gaan. Ik wil een gelijke verdeling van winst en verlies tussen overheden en particulier initiatief. Als die €70MIO alleen voor rekening van de gemeente komt, dan gaat de burger dit hoe dan ook merken. Het zij door belastingverhogingen, hetzij door bezuinigingen op alles wat niet (in)direct met het Stadshart heeft te maken. Hoewel in alle nota’s enz. benadrukt wordt dat het gemiddelde inkomen in Den Helder lager is dan elders in Nederland lijkt dat dan geen belemmering te zijn. Ik hoop dat nuancering nog mogelijk is.
Als lid van de klankbord groep voor het nieuwe stadhuis ben ik mee geweest op een excursie naar 2 stadhuizen in de provincie Noord Holland. Behalve over gebouwen gaat het ook over “organisatiefilosofie”. Wat voor soort organisatie wil je zijn en wat heb je dan voor huisvesting nodig. We hebben kennis gemaakt met huisvesting van een “klassieke” organisatie, ook nog verdeeld over 2 locaties en met een zgn. flexwerk-organisatie op 1 locatie. Ik vond het wel een leerzaam bezoek.
Ook ben ik nog een dag provinciaal actief geweest en verder probeer ik greep te krijgen en te houden op de enorme stukkenstroom. 2 dagdelen doorgebracht in de leeskamer op het stadhuis. Deze is onlangs opgeknapt en dit maakt het werken beslist een stuk aangenamer. Even gebrainstormd met leden van andere partijen over de verschillende onderwerpen die momenteel spelen.
In het kader van dualisering was ooit de bedoeling dat we minder “binnen” zouden zitten, meer naar buiten toe, de maatschappij in. Ik ben blij dat ik nog wat gewone maatschappelijke/sociale contacten heb, anders zou deze kant van het raadswerk volkomen onderbelicht blijven vanwege het vele leeswerk. Raadsleden produceren deze stukken niet, maar we moeten er wel kennis van nemen om in later stadium tot een gefundeerd oordeel te kunnen komen. Ook de jaarrekening en voorjaarsnota vragen veel inzet.
Politiek bedrijven kun je ongeveer 7 dagen per week, vele uren lang. Ik ben blij met de zondag. Die kent zijn eigen bestemming en daarin neemt politiek geen plaats in, tenzij iemand na afloop van een kerkdienst mij aanschiet over het een of ander.