Verslag tot 8 maart 2015
Mijn politieke werkweek wordt begrensd door 2 bijzondere zondagen. Afgelopen zondag mocht ik, samen met de zanggroep Bunga Mas een Lekenpreek verzorgen in de Johanneskapel. De kerk was vol en er was veel belangstelling voor het zendingsproject van Jacob en Marjolein Kiefte in Liberia. Komende zondag vieren we in onze gemeenschap het Heilig Avondmaal. Vooral in deze voorbereidingstijd op Pasen van een bijzondere betekenis.
Na afloop van de dienst van afgelopen zondag zei ik zo, dat ik gemakkelijker de gemeenteraad toespreek dan zo’n Lekenpreek verzorg. Na maandagavond ben ik voor mezelf op die uitspraak terug gekomen. Ik vond het één van de moeilijkste politieke avonden ooit.
De aanloop er naar toe leek tamelijk simpel; er was een interpellatie aangevraagd door de voltallige oppositie. Dat is een dringend politiek middel waar maar heel weinig gebruik van wordt gemaakt. De vragen die daarbij horen, lieten nogal op zich wachten. Vlak voor de deadline verschenen ze dan en ze leken simpel en tamelijk overbodig. Immers er waren al 2 commissievergaderingen aan gewijd en de vragen waren een herhaling van zetten. Tijdens de voorbereiding meenden sommigen dan ook dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen. Ik geloofde dat niet en meende dat ongeacht de beantwoording de interpellatie een opmaat was voor een motie van afkeuring of wantrouwen. Achteraf heb ik daarin gelijk gekregen, maar ik vind het jammer dat ik mijn vertrouwen eigenlijk kwijt ben in de intenties van de oppositie. Dat terwijl we in het coalitieakkoord opgenomen hebben, dat we open en transparant willen samen werken en niet met machtsblokken.
Voordat we aan de raadsvergadering begonnen, was er nog het presidium. Dit is een bijeenkomst van fractievoorzitters om de gang van zaken tijdens de raadsvergadering voor te bereiden. Ook kunnen zaken besproken worden die de raad als totaal aangaan. Er horen geen politieke items op de agenda voor te komen. Ik was dan ook verbaasd dat de gang van zaken tijdens een voorgaande commissie Bestuur en Middelen er op stond. De commissie had toen in meerderheid een agendapunt afgevoerd dat door één van de partijen er op was gezet. Het betrof de begrotings- en verantwoordingscyclus. De partij had er veel vragen bij, van een gehalte alsof men nog nooit een begroting had mee gemaakt en niet op de hoogte was van toezicht en controleprotocollen die fouten in de systematiek eigenlijk onmogelijk maken. De begroting was goedgekeurd door de Provincie. De meerderheid van de commissie had geen zin in dit soort flauwekul. Nu bleek dat de voorzitter van het presidium dit punt geagendeerd had, met de opmerking dat we dit eigenlijk niet moesten laten gebeuren.
De rapen waren toen wel gaar. We hebben er op aan gedrongen dit punt van de presidiumagenda af te voeren. De commissies gaan over hun eigen agenda en daar horen achteraf geen vraagtekens bij gezet te worden. Iedere partij heeft ongeacht de grootte een vast aantal vertegenwoordigers in de commissie en dat zorgt er voor dat niet direct sprake is van politiek machtsspel. Daar is de commissie niet voor.
Dit was een beetje de opmaat naar de raadsvergadering. Voordat die van start ging, hebben we namens de ChristenUnie een traktatie uitgedeeld. In maart 1990 deed de ChristenUnie (toen nog RPF/GPV) samen met de SGP voor het eerst mee aan de lokale verkiezingen en kwam met 1 zetel in de raad. Maart 2015 is onze aanwezigheid 25 jaar lang een gegeven. Alle reden tot dankbaarheid en dus een feestje (“vier je gedenkdagen”). Daarnaast was het 30 januari jl. 15 jaar geleden dat de RPF/GPV opgingen in ChristenUnie. Kortom een dubbel feestje. Het heeft niet geholpen om de sfeer goed te houden.
Al bij de inleiding op de interpellatie bleek dat het een integriteitsdebat werd. Alles werd uit de kast getrokken om maar aan te geven dat zowel een wethouder als een raadslid niet integer hadden gehandeld. Ik vond zelf dat de beantwoording van de vragen in de memo erg onduidelijk was. Dat hielp ook niet erg mee. Er werd gevraagd of de wethouder verplichtingen mocht aangaan. Het antwoord was enerzijds dat hij een groot mandaat had en anderzijds dat hij geen verplichtingen mocht aangaan. Dat klopte ook, hij was geen verplichtingen aan gegaan. Hij had mandaat om een status quo te bereiken en dat heeft hij gedaan. Het raadslid heeft gewoon zijn volks vertegenwoordigende rol gespeeld. Groot was dan ook mijn verbazing dat de oppositie een motie van afkeuring tegen het raadslid indiende en een motie van wantrouwen tegen de wethouder. Dat laatste had ik min of meer verwacht, maar het eerste was een voor mij onbekend fenomeen. Ik wist niet dat het kon. Het betreffende raadslid vroeg nog of dit staatsrechterlijk wel kon. Het antwoord kwam razendsnel en dat maakte dat ik de indruk kreeg dat voorzitter en juridisch ondersteuner vooraf op de hoogte waren van deze motie. Hij is nl. zo uniek dat hij slechts 5x eerder is voorgekomen in het hele land, sinds de invoering van het dualisme in 2006. Vaak betrof het dan de langdurige afwezigheid van raadsleden. Er is slechts 1 geval bekend waarbij het gedrag van een fractie onderwerp was van een motie van afkeuring. In een commentaar hierop blijkt dat de voorzitter een dergelijke motie “buiten de orde” kan plaatsen en af kan dwingen dat er eerst onderzoek wordt gedaan door bijv. bureau BING voordat een grond voor zo’n motie gevonden kan worden. In het kader van zorgvuldigheid had dat hier ook moeten gebeuren. Ik vond het een diep trieste ontwikkeling. Raadsleden die elkaar op deze manier de maat nemen met een motie die geen rechtsgevolgen heeft, maar wel beschadigend kan zijn. Ik noemde dat ik hier (met moeite) het Bijbelse principe op wil toepassen: geen oog om oog, maar verwijzing naar het slaan op de ene wang en de andere wang toekeren. De motie tegen de wethouder was weliswaar verwacht, maar daarom niet minder pijnlijk. Geen van beide moties heeft het gehaald. De stemverhouding was marginaal maar dat ligt aan de verhouding coalitie/oppositie. Het doet de onderlinge verhoudingen natuurlijk geen goed. Hoe kun je zo samen werken? Ik heb mijn respect voor een aantal mensen verloren. Het was een lange en bewogen avond en dag. Vanaf 8 uur ’s morgens tot ruim 12 uur ‘s avonds voorbereiden en vergaderen. Dat hakt er behoorlijk in.
Dinsdagavond was ik te gast in het Glazen huis van de zorg, georganiseerd door het FNV. Het was de avond van de thuiszorg en er werden schrijnende verhalen verteld. Medewerkers wilden best mee werken aan een meer efficiëntere verdeling van uren, maar waren ontzettend bang dat dit uit zou draaien op een eenzijdige korting. Nog meer korten op het inkomen konden zij niet opbrengen.
Daarna nog even door naar een coalitie overleg over het ambitiedocument voor de binnenstad. Zoals het een ambitiedocument betaamt, is er nog geen sprake van (financiële) uitwerking. Er moet nog besluitvorming op plaats vinden. Onderdeel van het besluit is dat er alvast voor gesorteerd wordt op de kadernota. Dat lijkt me nog wat vroeg.
Donderdagavond was er een bijeenkomst met de Rekenkamercommissie. Ik had me wel op gegeven, maar het niet genoteerd en dan gaat het fout. Ik was het totaal vergeten.
Vrijdag opnieuw een overleg over het ambitiedocument. Behalve de inhoud, vind ik het proces rondom de besluitvorming ook van belang en ik zou daar nog graag wat veranderingen in aanbrengen. Hoewel het een vrij rustige week was wat werkzaamheden betreft, heb ik nog lang last gehad van de enerverende raadsvergadering. Het is in onze kerkelijke gemeente gebruikelijk dat in de week voor af gaande aan het Heilig Avondmaal je gericht stil staat bij je houding en gezindheid jegens je medemens. Het is met enigszins gemengde gevoelens dat ik uitzie naar de Zondag. Ik zie uit naar de viering met de gemeente, maar ben nog lang niet klaar met het gebeurde. Gelukkig komt Hij die mij kracht geeft mij hierin tegemoet, pure Genade!
Tjitske Biersteker