Verslag tot 10 maart 2013
Officieel zouden de verkiezingen volgend jaar op 5 maart plaats moeten vinden. Dan zou er nu al minder dan een jaar te gaan zijn. Als ik dan terug kijk op de afgelopen periode dan vind ik die behoorlijk zwaar geweest en ziet het er niet naar uit dat de resterende periode veel rustiger wordt.
De regering overweegt om al na de komende verkiezingen het aantal raadsleden te verminderen, de zgn. dualiseringscorrectie. Los even van alle lokale problematiek komt er ook steeds meer op het bordje van gemeenteraden terecht. Ik vraag me wel eens af hoe dat in de toekomst moet. Kun je nog wel mensen enthousiast krijgen voor dit werk als er zoveel (zware) onderwerpen op je af komen? Een hele uitdaging de komende tijd.
Afgelopen maandag was weer de gebruikelijke raadsvergadering met daaraan vooraf gaande een presidiumvergadering. In het presidium bespraken we de uitkomsten en de voortgang van de werkconferentie. Ik was verbaasd over de opstelling van sommige fractievoorzitters. Het leek net of ze, nadat de deur van de conferentielocatie achter ze dicht was gegaan ook alle uitkomsten vergeten waren. Het leek net of we een nieuw verhaal aan het vertellen waren waarop niet erg positief werd gereageerd. Ik ben niet zo gauw verslagen, maar ik moest me toch wel even dwingen om door te gaan met de werkgroep die ook het verdere verloop van de werkconferentie zal begeleiden.
Het college heeft besloten om de wekelijkse gemeentepagina in het Helders weekblad nu aan een Zondagsblad te gunnen. Op voorhand had ik onze principiële bezwaren hier tegen al gemeld en die werden gesteund door het CDA. Daarnaast zijn er ook praktische bezwaren: de kwaliteit van de redactionele stukken (als die er al zijn) is een stuk lager dan we gewend zijn en het verspreidingsgebied is vaak beperkter. Daarbij komt dat door het wegvallen van een deel van de vaste inkomsten zo’n Weekblad al gauw in gevaar komt. Het presidium mocht dan nog wel beslissen of ze de verslagen vanuit de Gemeenteraad en Raad en Daad ook onder wilden brengen bij het Zondagsblad of dat ze dat in het Helders Weekblad wil blijven doen. In het presidium is gelukkig gekozen voor deze laatste optie. Ik heb later nog uitgebreid via de email mijn ongenoegen kenbaar gemaakt over de gang van zaken: sinds jaar en dag zijn de gemeentepagina en de uitingen van de raad een gezamenlijke actie geweest. Het is dan ook erg eigenzinnig van het college om, zonder overleg met de raad een deel hiervan alvast aan een ander te gunnen. Voordat je zo’n actie onderneemt overleg je dat met elkaar. Ik vind dit een typisch voorbeeld van houding en communicatie, waarbij het probleem zeker niet bij de gemeenteraad ligt. Ik was ook blij met de uitkomst dat het Helders weekblad in elk geval een deel van de gemeentelijke pagina kan behouden.
We hebben ook nog gesproken over de instelling van de onderzoekscommissie Willemsoord. D66 kondigde aan het amendement voor een extra commissielid niet in te dienen.
Ook alle komende activiteiten werden door genomen, o.a. het bezoek van minister Plasterk.
De raadsvergadering kende een groot aantal hamerpunten. Het enige bespreekpunt leek de stemming te zijn over de commissieleden die zitting nemen in de onderzoekscommissie. Doordat D66 het amendement niet in ging dienen voor uitbreiding van het aantal commissieleden, dacht ik dat de stemming wel per acclamatie zou kunnen. Er waren immers 5 kandidaten en 5 vervangers, exact het aantal dat benodigd was voor de commissie. Bij het uitdelen van de stembriefjes kwam de aap uit de mouw: er had zich nog een 6e kandidaat gemeld. Bij de stemming volgde toen de politieke afrekening, volgens mij. Er is gekozen voor een coalitielid ten faveure van deskundigheid.
De gang van zaken heeft een groot aantal raadsleden overdonderd, waardoor niet scherp is ingezet op een schorsing om deze situatie ongedaan te maken. Dat verwijt ik mijzelf ook. Ik heb daar toen na afloop kritiek op geleverd. Immers tijdens het presidium had dit aan de orde kunnen en moeten komen. Ik voelde me misleid doordat D66 aangekondigd had dat ze het amendement in zouden trekken. Van de lobby voor een extra coalitielid iin de commissie kregen we geen verslag en daarmee heb ik ten onrechte aangenomen dat die niet gevonden was. Ook dit vind ik een manier van communiceren die je, als je verbeteringen beoogt niet zou moeten willen.
Verschillende bestemmingsplannen kwamen langs. Omdat het eigenlijk een puur administratieve zaak betrof, kon het in één geval als hamerpunt afgedaan worden. Wat betreft het bestemmingsplan Stadshart zuid kwam Trots met een amendement om de mogelijkheden voor het Vinkenterrein te beperken. Want de bestemming woning maakt sanering nodig en dat kost “veel centjes” volgens de fractievoorzitter. Als je die bestemming weg laat hoeft er in elk geval de komende 10 jaar niet ingrijpend gesaneerd te worden. M.a.w. je lost het probleem voor de volksgezondheid op door het te negeren. Heel fijn zo’n initiatief. Het haalde het gelukkig niet.
Donderdagmiddag was er weer een netwerkbijeenkomst van MCN (Maritime Campus Netherland). Er was een interessante inleiding over de recycle mogelijkheden voor afgeschreven windmolenwieken. Een toekomstig probleem als de ontwikkeling van windenergie doorgaat en toeneemt. Ook de eerst afgestudeerde van de Hogeschool hield een presentatie over zijn afstudeerproject dat door zijn begeleiders heel hoog gewaardeerd was. Zijn presentatie was in elk geval zo helder dat ik begreep wat hij onderzocht had en wat de uitkomsten waren. Dat vind ik knap, ik ben niet zo technisch georiënteerd. Het was een goed bezochte bijeenkomst.
’s Avonds hadden we onze gebruikelijke steunfractie bijeenkomst waarin we zowel even terugkeken als vooruit keken naar het werk dat nog te wachten staat. De voorzitter van Present, onze vml. Fractievoorzitter deed een rondje langs verschillende politieke partijen die ook hun bijeenkomsten hadden om de zorgen rondom het Sociale domein in het algemeen maar zeker ook specifiek die van Present uit te leggen. Er zit ook iets dubbels in: enerzijds worden particuliere initiatieven erg omarmd door lokale en landelijke politiek, anderzijds meent men dan dat dit absoluut zonder bijdragen vanuit de overheden kan. Terwijl er gewerkt wordt voor de mensen aan de onderkant van de samenleving die in elk geval niet in staat zijn tot het leveren van een bijdrage. Van de vrijwilligers wordt dan kennelijk niet alleen tijd en inzet gevraagd maar ook financiële bijdragen. Op deze manier kun je de samenleving niet inrichten en wordt maatschappelijke betrokkenheid ontmoedigd.
Met een aantal partijen is al besproken dat we bij de besprekingen rondom de kadernota veel energie willen steken in het op orde houden van het Sociale domein. Dat betekent niet dat alle bestaande ontwikkelingen en organisaties in stand moeten blijven maar wel dat we initiatieven die een zorgzame samenleving tot doel hebben stevig moeten ondersteunen.
Door de zorgelijke financiële situatie van zowel Rijk als gemeente, de toenemende armoede onder (een deel van) de bevolking en de grote werkeloosheid kom je gemakkelijk in de verleiding om je niet druk te maken om alles wat verder weg gebeurt. Ik zie met bezorgdheid de verminderde bereidwilligheid om ontwikkelingshulp te steunen aan, maar ook de houding van de Nederlandse regering met betrekking tot Israël.
Ik was blij met de aandacht die er recent (ook vandaag) in de media was over zaken uit de Tweede Wereldoorlog, zoals het verhaal over de enige overlevende van Sorbibor en de beschamende houding van zijn toenmalige werkgever en meer algemeen ook van de regering in die tijd. Vandaag een verhaal over de rol van de NS bij de vele transporten. Hoewel ik zelf niet bestond in die tijd grijpt het me vaak erg aan. Als christen ervaar ik een speciale band met Israël en de Joden. Ik was dan ook bijzonder onaangenaam verrast door het aangekondigde besluit om bepaalde producten vanuit Israël het stempel “uit bezet gebied” mee te geven. Dit is één van de vele maatregelen die Israël in een isolement dringen en ik vraag me af of we vinden dat onze schuld al gedelgd is. Er zijn nog vele Joden die kampen met de traumatische ervaringen waaraan ook Nederland passief en actief schuld heeft gehad. Ik maak me zorgen dat de houding van o.a. Nederland en vele andere westerse landen de omringende landen ruimte biedt voor een nieuwe poging tot totale vernietiging van het land en de Joden.
Het zou mooi zijn als de kerken en christelijke politieke partijen meer op de bres zouden springen voor erkenning van de nood van Israël.
Tjitske Biersteker