Verslag tot 14 oktober 2012
Opnieuw een drukke vergaderweek. Gelukkig waren er niet heel veel stukken voor te lezen, dus dan valt het nog mee. Anders zou ik niet zo gauw weten wanneer ik me moest voor bereiden.
Maandag waren er weer 3 commissievergaderingen. Een aantal standaardzaken zoals bestemmingsplannen vroegen de aandacht. Bij MO werd de regionale visie op decentralisatie AWBZ en toeleiding naar de WMO besproken: “meedoen en iets betekenen”. Hoewel e.e.a. wat stagneert vanwege de onderhandelingen over een nieuw kabinet, verwacht iedereen dat de decentralisatie wel doorgaat. Het is dan ook goed om gewoon door te gaan met visie ontwikkeling. Mijn zorg is dat er heel veel taken regionaal geregeld gaan worden vanwege voordelen van schaalvergroting maar dat het moeilijk zal worden om hier dan nog lokaal invloed op uit te oefenen. Het lijkt er een beetje op dat via een omweg toch alsnog weer een soort gewestorganisatie wordt opgetuigd.
Bij bestuur en middelen was het belangrijkste onderwerp de invoering van de hondenpenning. Heel enthousiast waren we daar niet over, maar nu bleek ook nog dat het tot lastenverhoging zou leiden. Daarnaast was het belangrijkste oogmerk van de invoering, de hondenpoepoverlast tegen te gaan. Het enige wat hiertegen volgens mij helpt is handhaven en dat lijkt moeilijk.
Dinsdag was er een coalitieoverleg met de wethouders vanwege het advies over het stadhuis.
Woensdag een workshop over de wet “werken naar vermogen” door onze accountants Ernst en Young. Veel informatie, maar wel nuttig. De belangstelling was niet zo groot.
Donderdag om 18.00 eerst nog aanvullende informatie over het advies door de heren Asselbergs en Feijtel en daarna de raadsbrede commissievergadering over hetzelfde onderwerp.
Het advies is helder en op veel punten zijn we er blij mee: het kan een stuk goedkoper en we kunnen de financiering beter zelf in de hand hebben. Wat ik opmerkelijk vond was dat dhr. Asselbergs nu weinig positieve woorden over het station en het postkantoor had, terwijl hij eerder in zijn functie bij de Rijksdienst voor Cultureel erfgoed nog een dringend advies had gegeven om ze vooral te bewaren en de samenhang te zoeken met Willemsoord.
Er waren geen wijzigingen in de aard van de gebouwen die dit rechtvaardigden, alleen dat ze niet inpasbaar waren in het nieuwe stadhuis. Dat zou opdracht moeten zijn voor goede architecten zoals ook in onze motie staat.
Het advies is nog niet definitief, maar er lag wel een raadsvoorstel waarover gesproken moest worden in de aansluitende commissievergadering. Tussen informatiebijeenkomst en raadscommissie kregen we echter een gewijzigd voorstel uitgereikt. Dat vond ik niet erg handig. Wat mij betreft is de besluitvorming toch een broos proces, ik blijf moeite houden met onderdelen van de besluitvorming en dan moet het proces wel goed verlopen. Anders voel ik mij er onbehaaglijk bij. In het oude raadsbesluit vond ik al een aantal punten die ik zou willen amenderen. Ik kon nog niet zo snel beoordelen of het nieuwe voorstel beter was. Meerdere fracties hadden hier moeite mee en dit resulteerde in uitstel van de extra raadsvergadering en slechts behandeling in de commissie in één termijn.
Op mijn aandrang gaan dhr. Asselbergs en Feijtel ook een keer het gesprek met direct omwonenden aan. Ik wilde dat dit voor de definitieve besluitvorming plaats zou vinden. Door uitstel van de raadsvergadering is dit ook mogelijk geworden. Dat is dan een positieve ontwikkeling. Het gaat hierbij nog niet zo zeer om burgerparticipatie maar om informatie. Voor veel mensen is het nog niet duidelijk wat dit advies nu inhoudt en op welke momenten zij nog betrokken kunnen worden, dan wel zienswijzen in kunnen dienen.
Dat moet nu gewoon goed gebeuren.
Ook voor volgende week staan er nog de nodige extra bijeenkomsten op de agenda. Het is even afzien zo. Gelukkig heb ik mijn vaste rustpunt in de week. Ik probeer dan ook echt om geen computer of telefoon open te doen en weer te kunnen opladen voor de volgende week.
Tjitske Biersteker