Fractie spreekt bezorgdheid uit over mogelijke ontwikkelingen op de Oude Rijkswerf.
Onze bezorgdheid over de mogelijke ontwikkelingen op de ORW hebben we verwoord in onderstaande schriftelijke vragen. Afhankelijk van de beantwoording overwegen we ook een motie in te dienen.
Hierbij verzoek ik het college om op onderstaande schriftelijke vragen, mondeling te antwoorden in de eerstkomende raadsvergadering.;
Inleiding op de schriftelijke vragen
De gemeenteraad heeft in 2005 de structuurvisie voor het Stadshart vastgesteld. Integraal onderdeel hiervan zijn uitspraken over de bebouwing op de Oude Rijkswerf Willemsoord. Hiervoor is vastgelegd een: “nee, tenzij”-principe.
Vervolgens zijn we als raad geconfronteerd met een haalbaarheidsonderzoek, uitgevoerd door partners in projectonwikkeling. Hierin is geconcludeerd dat woningbouw op de Oude Rijkswerf noodzakelijk is voor de haalbaarheid van het hele project. Verschillende keren heeft de fractie van de ChristenUnie gevraagd naar de status van dit stuk, zonder hierop een duidelijk antwoord te krijgen.
Bij de oprichting van de stuurgroep Stedelijke vernieuwing en Zeestad BV/CV hebben wij onze zorgen geuit over het aansturend vermogen van het college en de rol van de raad in de ontwikkelingen van de stedelijke herstructurering.
Tijdens een onlangs gehouden “informele” sessie werd ons een concept gebiedsontwikkelingsplan aangeboden. Opnieuw werd nadrukkelijk ingestoken op woningbouw op de Oude Rijkswerf. Na kritische opmerkingen van de fractie van de ChristenUnie over de woningbouw op de Oude rijkswerf werd ons te verstaan gegeven dat wij de `structuurvisie uit onze koppen moesten zetten`.
Daarnaast is aangegeven dat een integrale benadering van de 3 prioritaire gebieden niet haalbaar is vanwege de complexiteit van de Havenontwikkelingen.
In een bijlage van de HC van 27 oktober, die gewijd was aan de ORW citeer ik de volgende opmerkingen: “we zijn nu met elkaar overeengekomen dat de zogenaamde reservelocatie, waar nu nog de gebouwen 39 en 41 opstaan en het grote parkeerterrein naast die gebouwen voor tachtig procent voor wonen en voor 20 procent voor werken worden bestemd. Voor het overige gedeelte is twintig procent voor wonen en tachtig procent voor werken gepland. Ook in de zuidwesthoek is woningbouw mogelijk.
Deze ontwikkelingen leiden bij ons tot de volgende vragen±
1. Is de vastgestelde structuurvisie nog steeds leidraad voor de ontwikkelingen van het stadshart en de andere prioritaire gebieden?
2. zo ja, wie bepaalt wanneer afgeweken wordt van deze visie?
3. heeft het college naar zowel de stuurgroep als Zeestad BV en de projectontwikkelaars gecommuniceerd hoe de raad denkt over
bebouwing op de ORW?
4. hoe groot is de invloed die het college uit kan oefenen op de besluitvorming?
5. is het college met ons van mening dat prioriteit geven aan bebouwing op de ORW zonder dat er zicht is op de toekomstige
havenontwikkeling het risico met zich meebrengt van conflicterende belangen?
6. Wie zijn die “we” uit het aangehaalde citaat in het Willemsoord journaal?
7. is het college met ons van mening dat de prioriteit zou moeten liggen bij een optimale ontwikkeling van ons havengebied om onze
economie een impuls te geven en dat woningbouw hieraan ondergeschikt dient te zijn?
8. heeft het college lering getrokken uit de ontwikkelingen van onze Industriehaven versus Boatex?
Tjitske Biersteker/Giljou Willem Koning