Reactie op voorjaarsnota.

donderdag 13 juli 2006 22:37

Reactie op voorjaarsnota en het gewijzigde voorstel tot vaststelling hiervan


Den Helder is een stad met een sterke monocultuur, relatief lage lonen en een niet zo sterke sociale cohesie. Het vergt van het gemeentebestuur veel inspanning om binnen deze context zorg te dragen voor het maatschappelijk welzijn van de inwoners. Zowel de voorjaarsnota als later de begroting is een belangrijk sturingsinstrument. Als lokale overheid laat je hiermee zien wat je insteek en visie is. Het mag duidelijk zijn dat de ChristenUnie vanuit haar bijbelse uitgangspunten vooral in wil steken op het welzijn van de burgers. Dit is veel meer dan een nette fysieke omgeving of een stevige economische impuls. Beiden vanzelfsprekend noodzakelijk, maar het belangrijkste uitgangspunt moet, naar ons idee zijn: oog hebben voor het welzijn van de bewoners van Den Helder.

Naar de mening van de ChristenUnie heeft deze voorjaarsnota vooral als uitgangspunt: geld genereren voor investeringen in de “harde sector’ en bezuinigingen in de “welzijnssector’. Dit principe kunnen we dan ook niet onderschrijven, hetgeen ook betekent dat we ons in veel van de voorgestelde bezuinigingen niet kunnen vinden.

Tijdens de eerste besprekingen op 29-6-06 gaf de wethouder aan dat deze voorjaarsnota met instemming van college en coalitie tot stand was gekomen. Uit de besprekingen bleek dat noch de coalitiepartijen, noch de overige partijen erg onder de indruk waren van de koers die het college meent te moeten varen.
--Er was, naar mijn inzicht, wel veel overeenstemming tussen de verschillende fracties, inclusief de coalitiepartners.
--Het is met rede dat ik dit zo benoem: vanuit het gegeven dat het college er nog niet in geslaagd is om de raad te overtuigen van nut en noodzaak van deze manier van bezuinigen/ombuigen is het natuurlijk wel ontzettend ambitieus om te menen dat men een vertaling van de zgn. levensloopbenadering (volgens het principe van de maakbare samenleving) voor de volgende begroting heeft uitgevoerd. Een dergelijke kanteling op zo korte termijn willen vormgeven veronderstelt een mate van eensgezind denken die bijna utopisch aandoet en wellicht kenmerkend is voor het ambitieniveau van dit college.
--Ik doe dan ook een dringend beroep op dit college om het ambitieniveau tot realistischer doelen terug te brengen, zowel qua vormgeving van ons samenlevingsmodel als qua gedachten over de fysieke ontwikkeling van Den Helder. Daarbij komt dat het college uitgangspunten hanteert die op zijn minst discutabel zijn: “Den Helder kan het zich niet permitteren te leunen op forenzen en niet (meer) werkenden. Als ze een goed bestedingspatroon hebben, is dat zelfs, vanuit economische perspectieven, te prefareren boven de werkenden met lage inkomsten. Ook de samenvatting van het levensloopmodel is een bijzondere: …..de categorie tot 65 jaar doet mee aan het arbeidsproces en de groep daarboven doet mee, geniet enz….. Hier wordt toch wel een somber beeld geschetst: pas boven je 65e mag je genieten. Ik hoop toch niet dat dit het streven van het college is.
--Uit deze Voorjaarsnota blijkt dat dit college ook een discussie heeft gevoerd over de kerntaken van de gemeenten. Deze discussie is al meerdere malen gevoerd en er is nog een commissie een hele zomer mee bezig geweest om met een totaalverhaal te komen, zonder dat dit tot besluitvorming heeft geleid. In de, naar mijn mening ad hoc invulling van deze kerntakenvisie kan ik mij niet vinden. Op deze wijze willen bezuinigen maakt Den Helder tot een onleefbare gemeente, i.p.v. ingericht volgens het levensloopmodel (vb: onderwijsbegeleiding)
--Deze zelfde kritiek (nl ad hoc besluitvorming) geldt ook de ontwikkeling tot regiegemeente; de eerste reorganisatie is nog niet voltooid, de uitwerking van de notitie van de werkgroep Mosk nog niet eens verder vorm gegeven en dan nu dit nieuwe fenomeen introduceren. Onze ambtelijke organisatie krijgt op deze manier wel heel veel te verstouwen. Dat zorgt voor een onwerkbare organisatie.
--Als het gaat om de cijfermatige uitwerking van de Voorjaarsnota: naar de mening van de ChristenUnie zou er al veel gewonnen zijn als, intensiever dan nu het geval is, onderzocht werd waar de financiële ruimte zit in vergelijking met de benchmark gemeente(n) van gelijke grootte. Als we dan vervolgens kunnen besluiten de vrijkomende middelen in te zetten binnen dezelfde hoofdfunctie als waar de vrijval is gevonden dan zijn er op veel bescheidener schaal mogelijkheden om nieuw voor oud beleid te creëren. In de beantwoording door het college wordt wel gerefereerd aan de benchmark. Veel wordt min of meer gebagetalliseerd en slechts een enkel onderdeel zou deel uit kunnen maken van de ombuigingen voor de komende tijd.

Zoals te doen gebruikelijk weet het college na de kritiek van de raad alsnog te komen met bijstellingen die nog steeds hetzelfde doel hebben: een sluitende meerjarenbegroting en middelen om het coalitieprogramma uit te voeren. Op zichzelf natuurlijk een loffelijk en ook noodzakelijk streven.

De nu voorgestelde wijzigingen kunnen voor een deel zeker de instemming van de ChristenUnie krijgen. Voor een deel zeker niet. Het blijft opmerkelijk dat het college bezuinigingen meent te moeten doorvoeren op die gebieden die prioriteit hebben bij het collegeprogramma, zoals jeugdbeleid.

Met de opdracht tot het doen van intensiever onderzoek naar de benchmark verhoudingen wil de ChristenUnie het college de komende periode aan het werk zetten. Om de ontwikkelingen te volgen lijkt het ons zinvol om al eind september/begin oktober met de eerste uitkomsten naar de raad te komen.

(Opsomming van de zoekopdracht benchmark:
hoofdfunctie 0
de verhouding lijkt zoek tussen financiering van bestuursorganen en de bestuurlijke ondersteuning, ook voor raad en rekenkamer.

Hoofdfunctie 1
De verhoudingen in de uitgaven voor de brandweer lijken erg scheef ondanks dat voor een deel dit verschil te verklaren valt uit de aard van onze gemeente. Het lijkt me alleszins reëel om elk geval geen rekening meer te houden met het (nog niet gehonoreerde) wensenlijstje op pag. 45.

Hoofdfunctie 2
Ook bij verkeer en vervoer lijkt een behoorlijke scheefgroei in vergelijk met andere gemeenten. Alleen antiperen op de vergelijking tussen de parkeerbaten is dan ook te kort door de bocht. Dit moet meer in evenwicht gebracht worden.

Hoofdfunctie 3
We belasten de inwoner hier meer mee dan overige gemeenten. Dus verdere lastenverzwaring is eigenlijk geen optie. Echter dit verhoudt zich slecht met de prioriteiten van het collegeprogramma

Hoofdfunctie 4
We geven hier meer voor uit dan een gemiddelde gemeente. Dit wordt niet verklaard door de inhaalslag op onderwijshuisvestinggebied want juist hieraan geven we minder uit. Dit lijkt voor het college reden om dan te bezuinigen op onderwijsbegeleiding mede vanwege de veranderende rijksregelgeving. In de vorige bestuursperiode is echter de intentie uitgesproken (en ondertekend) dat de gemeentelijke middelen (bovensober) beschikbaar zouden blijven (in gewestverband bijeenkomsten geweest). Goed onderwijs in een goede huisvesting is een basisvoorwaarde voor een goed leefklimaat. Het college geeft aan dat een deel van de vrijvallende middelen als gevolg van de ombuigingen besteed zullen worden aan jeugdbeleid conform het coalitieprogramma. Ik vind dit een curieus gegeven: eerst een aantal voorzieningen afbreken om dan vervolgens nieuw beleid in te voeren. Ik ben meer voorstander van continueren van bewezen succesvol beleid zoals onderwijsbegeleiding.

Hoofdfunctie 5
In verhouding geven we weinig geld uit aan vormings en ontwikkelingswerk, aan sport en aan overige recreatieve voorzieningen. Gelukkig weer wel aan natuurbescherming. Bezuinigingen op sportaccomodaties zoals voorgesteld zijn dan ook niet zonder meer vanzelfsprekend. Als er efficiencywinst te behalen is zou dit ingezet kunnen worden op overige recreatieve functies waarmee we ons toeristisch product meer kunnen uitbouwen.

Hoofdfunctie 6
Uit deze benchmark blijkt niet zonder meer dat wij een sociale gemeente zijn. Als je kijkt naar de producten 610/611 dan zou er sprake moeten zijn van een geringer werkloosheidspercentage dan in vergelijkbare gemeenten. Ook besteden we weinig aan sociaal cultureel werk.
Gelukkig wordt dit gecompenseerd door het gemeentelijke minimabeleid, gehandicaptenbeleid en vreemdelingenbeleid. Beleidsintensivering op de producten 610/611 zal van positieve invloed zijn op de producten 614/620.
Bezuinigingen in deze sector treffen direct het leefklimaat van vooral de zwakken in de samenleving en zijn dus als onwenselijk te beschouwen.
--Onderzocht zou kunnen worden: vermindering van fraudebestrijding en privatisering schouwburg (cultuurpas/stadspas voor minima in stand houden)

Hoofdfunctie 7
We geven minder uit aan jeugdzorg dan vergelijkbare gemeenten. In overeenstemming met het coalitieprogramma zou dit anders moeten, tenzij we natuurlijk heel weinig problemen ervaren op het gebied van jeugdbeleid. --De afvalverwijdering kost de burger veel en brengt voor de gemeente veel geld in het laatje. Met meer evenwicht in kosten en baten brengen brengt de burger rechtstreeks voordeel. Een goedkopere gemeente = een aantrekkelijker gemeente

Hoofdfunctie 8
Hier zijn wel extreme verschillen zichtbaar. Gedeeltelijk natuurlijk te verklaren door onze vernieuwingsdrang. Het lijkt mij alleszins gerechtvaardigd om hierin te temporiseren, te bezuinigen en groter realiteitszin in aan te brengen. Extra middelen lijken gegenereerd te kunnen worden door ophoging van de leges.

Hoofdfunctie 9
De manier waarop we onze financiën inzetten lijkt niet direct verantwoord of succesvol. Volgens mij valt hierin nog heel wat te winnen, evenals uit het saldo kostplaatsen. Hierin meer evenwicht brengen levert geld op. Voortvarend de reorganisatie afronden lijkt noodzaak (boventalligheid). Echter nog niet direct noodzaak tot een nieuwe reorganisatie.)

(Opsomming van de akkoord/niet akkoord onderdelen wijziging voorstel:
akkoord: beleidsintensivering zwembad, vervangingsinvesteringen, verslavingszorg en dierenasiel

niet akkoord: jeugd- en jongerenwerk (de relatie met onderwijsbegeleidingsdienst), bibliotheek (onderzoek mogelijkheid WS), minimabeleid (nog niet akkoord eerst onderzoek naar de voorgestelde besparingen), VVV (belangrijk voor pr toeristisch product), de Groene Poolster, Levensbeschouwelijk onderwijs en subsidiëring atelierruimte.)

« Terug