Een kort verslag ook deze keer omdat ik nog niet alle bijeenkomsten bijwoon. Ik heb me geconcentreerd op de eerste behandeling van de begroting op woensdagavond. Eigenlijk is dat vooral wat een ritueel. Alle fracties houden dan hun algemene beschouwingen waarbij ze hun visie geven op de begroting, maar ook op zaken die wat breder liggen. Voor de ChristenUnie zijn de algemene beschouwingen vaak het moment om aan te geven vanuit welke principes en overtuigingen we politiek actief zijn.

Eén van de raadsleden meende tijdens zijn algemene beschouwingen dat hij kritische opmerkingen van de ChristenUnie moest bestempelen als “hufterigheid”. De reacties daarna op de digitale krant vond ik enorm bemoedigend.

Opvallend was dat een deel van de collegevoorstellen niet alleen op verzet van de oppositie kon rekenen, maar ook coalitiepartijen waren niet echt enthousiast over de kortingen op sport en de verhoging van de toeristen- en forensenbelasting. In het voorstel waarover we uiteindelijk moeten stemmen wordt een forse inbreuk gemaakt op de begrotingsregels. Men wil als algemene beleidslijn ruimte in de begroting en meevallers een bestemming geven. Deze middelen horen echter terug te vloeien in de algemene reserve. Nog nooit eerder heeft een dergelijk voorstel het gehaald, dus ik verwacht dat dit nu ook  niet doorgaat.

De beantwoording door het college heb ik niet afgewacht, maar op een later moment thuis beluisterd. Er was niet veel inhoudelijke reactie op de verschillende standpunten. Wellicht wordt het meer concreet als alle amendementen/moties ingediend zijn.

Vrijdagmiddag een overleg met de oppositiepartijen over de begroting en de mogelijke amendementen/moties. Een positieve bijeenkomst.

Vandaag veel tijd besteed aan het opstellen van amendementen en motie. Zo af en toe komt de vraag op of het zinvol is er zoveel tijd aan te besteden in de gewijzigde situatie, maar ik wil er toch voor kiezen om vanuit de eigen visie en standpunten het politieke werk te blijven doen, ongeacht de uitkomst.

Verder een rustig weekend voor de boeg met de zondagse eredienst als rust- en ankerpunt.